BLACK ROT
Een zwam die op de bladeren van de wijnrank gele vlekken veroorzaakt met een donkere rand.
De druiven worden melkachtig van binnen, zwart van buiten en mummifiëren.
Een zwam die op de bladeren van de wijnrank gele vlekken veroorzaakt met een donkere rand.
De druiven worden melkachtig van binnen, zwart van buiten en mummifiëren.
Letterlijk: "goudgele verkleuring". Een bacterieachtig micro-organisme dat wordt overgebracht door een insect dat resistent is tegen vegetale insecticiden tast het blad aan. De bladeren krullen om, de randen van de rode druivensoorten kleuren rood en die van de witte soorten geel. Het blad kwijnt weg, de fotosynthese stopt en de oogst is verloren.
Deze ziekte wordt veroorzaakt door schimmels die het hout binnendringen door de snoei oppervlakten. Het is een schimmel die eerst de bladeren en dan de stok snel doet wegkwijnen. Voor preventie zie “eutypiose”. Bestrijding: geen.
- Limiteer de oppervlakte die gesnoeit moet worden.
De phyloxera druifluis leeft als een parasiet op de wortels van de plant. Het gevolg is dat het blad wordt aangetast en, zonder ingrijpen, de plant kan sterven. Dit familielid van de bladluis zuigt de wortels van de plant uit.
Een van oorsprong uit Amerika overgevaren bladluis die men dactylosphaera vitifolii (oude naam: phylloxera vastatrix) heeft gedoopt. Het is de gevreesde druifluis die normaal gesproken onschuldig leeft op de bladeren van de wijnstok. Sommige generaties houden zich op bij de wortel van de druif waar zij enorme schade aanrichten die voor de plant dodelijk is. Een derde generatie krijgt vleugels waardoor zij zich over grote afstanden kunnen verspreiden en een verwoestende uitwerking hebben over grote gebieden.
In heel Europa zijn vanaf 1865 vrijwel alle wijngaarden voor een groot gedeelte verwoest door toedoen van de druifluis waardoor de wijnbouw lange tijd een grote terugval heeft gekend. Om weer op te kunnen starten zijn vanuit Amerika druifluis resistente wortelstokken geïmporteerd waarna men hier Europese druivenstokken op heeft geënt. De meest voorkomende onderstammen zijn van de vitis riparia (uit Noord-Amerika, bestand tegen vochtige bodem), de vitis berlandieri (uit Texas, arme droge kalkrijke bodem) en de Teleki selectie (uit Hongarije). Vrijwel alle wijngaarden zijn op deze wijze herplant.
Echte meeldauw is een schimmel. Op de aangetaste druivenstokken ontstaan eerst witte poederachtige vlekken, die in een later stadium het gehele oppervlak bedekken. Het poeder bestaat uit sporen. Niet alleen de bladeren en druiven maar ook de stengels kunnen aangetast worden. Meestal worden de onderste bladeren het eerst aangetast. Oïdium heeft geen regen nodig om zich te vermenigvuldigen.
Als de besmetting plaatsvindt voor de bloeitijd dan vallen de druiven. Indien er na dan komt er een wit/grijs poeder op de schil van de druif en barst hij open en droogt hij uit. Veel blad en dus ook schaduw is gunstig voor de ontwikkeling van echte meeldauw. Echte meeldauw kan de winter overleven en het volgende jaar weer terugkomen.
Bestrijding: Zwavel en Bordeauxse pap eventueel in combinatie met paardenstaart of brandnetel preparaat ( in de biodynamie ).